Het is weer juni, en terwijl dit voor een steeds groter wordend deel van onze bevolking de maand is waarop we weer meer en meer licht aan het eind van de tunnel gaan zien (ook al omdat juni veel lichter blijkt te worden dan mei ooit heeft willen zijn), zijn er sommigen die er nog volledig in zitten. De studenten met name, want die zijn nu eenmaal nog te jong om al aan hun eerste spuit te denken, en anderzijds hebben ze andere zorgen. Want die zitten in de examens, en het is weer geen gemakkelijk jaar geweest. Een jaar waarin ze grotendeels op zichzelf waren aangewezen, en les moesten volgen zonder in de les aanwezig te moeten zijn. In onzen tijd was dat anders, in het slechtste geval zorgde je voor een beurtrol dat er toch iemand van je vrienden ging, liefst diegene met het mooiste handschrift, al was een beurtrolsysteem veel socialer. En wanneer we toen eigenlijk naar les moesten, wilden we vaak niet. Nu hoeven ze niet, en nu zouden ze niet liever willen. ’t Kan verkeren, zei Bredero. Maar als ik nu net zo’n student aan de lijn heb gehad, en die zegt dat ze het niet echt ziet zitten voor morgen, heb ik maar één boodschap. Als je alles gegeven hebt wat je hebt, kan je enkel maar je best doen. Nog even doorbijten, en er van uitgaan dat het dan wel zal loslopen. Want soms zit kennis in een klein hoekje. Soms zie je het bos door de bomen niet meer, vergelijk je appelen met citroenen, maar dan ineens komt het … de Aha-Erlebnis … En als de prof die Erlebnis had, en de student zorgt voor de Aha … dan komt alles op zijn pootjes. Net zoals de betekenis van ‘A Rabbit’s Tale’ … nooit echt begrepen wat daar zo speciaal aan was, tot deze avond …